omslag omslag

Zuur Base Evenwicht

Geplaats op 13 apr 2013

Als osteopaat zien wij regelmatig patienten met vage gewrichtsklachten, aandacht voor het dieet kan in veel gevallen een afname van het klachtenbeeld geven.

Over het zuur-base evenwicht: We eten te zuur!

Althans te veel zuurvormende voeding. Bij het samenstellen van het voedselpakket is het van belang dat we ons niet alleen bekommeren om de hoeveelheid noodzakelijke voedingsstoffen. Er is nog iets om rekening mee te houden: het zuur-base-evenwicht. Dat klinkt ingewikkelder dan het is, maar u hoeft geen scheikundige te zijn om het te begrijpen.

Na de vertering van voedsel en de stofwisseling in het lichaam blijft er een zure of een basische rest over (basisch is het tegenovergestelde van zuur en wordt ook wel alkalisch genoemd). Groenten en fruit zorgen bijvoorbeeld voor een basische rest. Het lichaam heeft van nature een licht basenoverschot en probeert dat constant te houden. Dat doet het op verschillende manieren. Zo wordt een overschot aan zuren zoveel mogelijk uitgescheiden door de nieren. Ook de longen kunnen hierbij een belangrijke bijdrage leveren. Neemt de zuurvorming in het lichaam enorm toe, dan kan het hierboven genoemde zuurcompenserende mechanisme het niet meer aan.

Wanneer het organisme te weinig zuren kan afvoeren via de nieren, de longen en de huid, stoot het bloed het teveel aan zuren af naar de weefsels zoals de spieren, pezen, onderhuids bindweefsel en de gewrichten. Volgens de zuur-base onderzoeken is er bij verreweg de meeste chronische welvaartsziekten sprake van weefselverzuring En dat kan aanleiding vormen tot de meest uiteenlopende klachten. Variërend van vermoeidheid, huidproblemen, hoofdpijn tot reumatische klachten. Volgens de zuur-base onderzoeken is er bij verreweg de meeste chronische welvaartsziekten sprake van weefselverzuring. Een volledige genezing of tenminste verbetering van degelijke kwalen wordt mede bereikt door een eind te maken aan de zuurbelasting en het evenwicht in de zuur-base-huishouding weer te herstellen.

Sinds de onderzoekingen van Ragnar Berg en anderen aan het begin van de vorige eeuw heeft men geprobeerd een onderscheid te maken tussen zuur en basisch werkende voedingsmiddelen. Voedingsmiddelen met een hoge zuurrest bevatten relatief veel fosfor, chloor en zwavel. Voedingsmiddelen met een hoge baserest bevatten relatief veel van de volgende mineralen: natrium, kalium, calcium, en magnesium. De verbindingen die deze mineralen tijdens de stofwisseling in het lichaam aangaan zijn uiteindelijk bepalend voor het zuur-base-evenwicht. Of een voedingsmiddel een zuren- dan wel basenoverschot levert, wordt bepaald door de chemische samenstelling en niet door de smaak. Zo leveren zuursmakende vruchten, zoals citroenen en sinaasappels, na vertering en stofwisseling toch een basenoverschot op. Of een voedingsmiddel een zuren- dan wel basenoverschot levert, wordt bepaald door de chemische samenstelling en niet door de smaak Ook is het niet zo dat ‘zure’ voedingsmiddelen per definitie ongezond zijn. Vis, granen en peulvruchten leveren een zuuroverschot, maar zijn waardevolle voedingsmiddelen. Waar het om gaat is dat het evenwicht in het lichaam niet te extreem wordt verstoord.

Van elk base-leverend voedingsmiddel, verandert de uitwerking zodra het slecht gekauwd en in grote hoeveelheden wordt gegeten. Dit geldt vooral voor gemakkelijk tot gisting overgaande voedingsmiddelen zoals grof gesneden rauwkost, fruit, compote en vruchtensappen. Bij een hoge inname van genoemde voedingsmiddelen kan de darm tot gisting overgaan en zo extra veel zuren leveren.
Er bestaan verschillende tabellen met per product een getal ten aanzien van het zuur-base-evenwicht. Deze spreken elkaar vaak tegen. Dit is ook te verwachten, want het is onmogelijk om met exacte waarden te werken. We weten van veel voedingsmiddelen niet alle mineraalgehalten en deze zijn ook nog afhankelijk van onder meer de teeltwijze en het land van herkomst.

Om u toch een indruk te geven volgt hier een opsomming:
Sterk zuurvormend voedsel:
Vlees, vis gevogelte, wild, ei, soja (producten).
Zuurvormend voedsel:
Peulvruchten (dus ook pinda’s), granen, kaas.
Zwak zuurvormend/zwak basenvormend voedsel:
Kwark, noten, zaden, roomboter, olie.
Basenvormend voedsel:
‘Vloeibare’ melkproducten (melk, karnemelk, yoghurt).
Sterk basenvormend voedsel
Groenten, fruit, aardappelen.

In sommige tabellen staat dat soja basenvormend is, maar soja is zeer rijk aan purine (wordt omgezet in urinezuur) en zwavel/fosforhoudende eiwitten en daardoor een sterke zuurvormer.

De verzuring kan op verschillende manieren bestreden worden:

Door sapvasten: kruidenthee, groente- en vruchtensapkuur onder deskundige begeleiding.
Gebruik overwegend basische voeding en beperk de hoeveelheid zuurvormend voedsel. Een lacto-vegetarische voeding zonder sojaproducten en met weinig andere eiwitrijke vleesvervangers is een goed uitgangspunt. We hoeven ons niet druk te maken over een mogelijk eiwittekort want bij een overwegend basische voeding neemt de eiwitbehoefte af.
Neem de juiste eetgewoonten in acht: vooral goed kauwen en inspeekselen, ook de dranken! En eet niet meer nadat het verzadigingsgevoel is bereikt, zodat de verzurende darmgisting wordt tegengegaan.
Gebruik royaal (goed verdelen over de dag) basische dranken (vruchtensap / groentesap/ gefermenteerde zuiveldranken) en kruidentheeën die de spijsvertering bevorderen.
Vermijd koffie, thee, cacao en alcohol, want deze remmen o.a. de reiniging.
Maak zeer royaal gebruik van verse groenten, eventueel een deel in de vorm van rauwkost (hoeveelheid afhankelijk van functioner van de darm). Maak de groenten klaar door middel van roerbakken of smoren. Door het koken van groenten in water en het vocht afgieten gaat o.a. veel kalium (base) verloren.
Eet regelmatig aardappelen als basis van de warme maaltijd: gaar stomen of koken in weinig water.
Neem minimaal 3 porties vers fruit verspreid over de dag. Gebruik zeker hard fruit niet na de maaltijd, dit kan makkelijk gaan gisten.
Wees matig met kwark en beperk de kaasconsumptie tot 1 a 2 plakjes per dag.
Beperk de peulvruchtenconsumptie tot maximaal 2 x per week.
Beperk het gebruik van suiker, honing, graanstropen etc. zoveel mogelijk, deze kunnen snel tot gisting overgaan. Gebruik diksappen en gedroogd ongezwaveld (zwavel is een zuurvormer) fruit om te zoeten en appel/perenstroop, dadelstroop en ander fruitbeleg als zoet broodbeleg.
Neem dagelijks veel beweging in de frisse buitenlucht, omdat er dan meer koolzuur (‘zuren’) wordt uitgeademd via de longen.
Bevorder ontzuring via de huid, bijvoorbeeld door droog borstelen, wisseldouches, sauna, zwemmen en andere watertoepassingen.
Streef naar een bewuste positieve levenshouding, want sombere (zure) gedachten verzuren het organisme ook.

Henny de Lint.