omslag omslag

Osteoporose en osteopathie

Geplaats op 18 jan 2015

Osteopaten behandelen veel patienten die kampen met osteoporose.

In dit geval worden zuiver zachte technieken gebruikt om het bot en spierstelsel te behandelen.

Manipulaties worden bij deze patienten niet toegepast, alleen zachte correcties zijn hier op zijn plaats.

Door deze zachte benadering is osteopathie een veilig alternatief bij osteoporose.

Verder kunnen osteopaten de patienten informeren over de juiste levenwijze bij deze klacht.

Uit veel onderzoeken blijkt dat gedoseerde krachttraining onder begeleiding het bot weer sterker maakt.

Goede voeding en eventueel suppletie kan ook effectief zijn zoals blijkt uit het volgende artikel.

Voedingstherapie bij osteoporose behelst meer dan alleen zorgen voor voldoende calcium, magnesium en vitamine D3. Osteoporose heeft onder andere te maken met hormoonhuishouding, immuniteit, spijsvertering en kwaliteit van de voeding. Om de botstofwisseling te optimaliseren is het raadzaam naar verschillende facetten te kijken en individuele voeding (suppletie)adviezen te geven.

Osteoporose is het verlies van botmassa: zwakke, broze botten en meer kans op botbreuken.
Het werd lange tijd beschouwd als een aandoening die alleen bij ouder wordende vrouwen voorkwam. Door een daling van het oestrogeengehalte tijdens en na de menopauze wijzigde het calciummetabolisme. Het werd dan ook voornamelijk behandeld met oestrogeensubstitutie en/of calciumsuppletie. Toch blijkt het niet alleen een ‘vrouwenprobleem’. Eén derde van alle osteoporosepatiënten wereldwijd zijn mannen. Eén op de vier mannen loopt tijdens zijn leven een botbreuk op als gevolg van osteoporose.
Bot is een dynamisch, levend weefsels dat permanent afgebroken en opgebouwd wordt. Botafbrekende cellen (osteoclasten) breken het botweefsel eerst af. Vervolgens wordt het weer opgebouwd door botvormde cellen (osteoblasten) die het afgebroken botweefsel vervangen door nieuw botweefsel. Tussen deze twee processen moet een evenwicht zijn. Tijdens de groei wordt meer bot gevormd dan afgebroken. Bij ziektebeelden zoals osteoporose wordt meer bot afgebroken dan opgebouwd.

Botontkalking is niet alleen maar een calciumprobleem Osteoporose wordt veroorzaakt door een combinatie van verschillende stofwisselings factoren, zoals een gebrek aan diverse mineralen, gebrek aan vitamine D en K, niet voldoende bewegen, een hoge bloedsuikerspiegel, verzuring, overgewicht of anorexia, een verstoorde hormoonbalans, alcoholisme en het gebruik van bepaalde medicijnen (vb. corticosteroïden, bloedverdunners).

Een goede calciuminname is extra belangrijk tijdens de groei en bij zwangerschap en lactatie. De calciumabsorptie vanuit de dunne darm is mede afhankelijk van voldoende inname van vitamine D, magnesium en eiwitten. De juiste distributie van calcium in het lichaam is mede afhankelijk van voldoende vitamine K2.

Vrijwel alle calcium in het lichaam (99%) bevindt zich in botten en tanden. Het overige calcium is onder meer van belang voor de prikkelgeleiding in het hart, de bloeddrukregulatie, het transport van voedingsstoffen door de celwand, de bloedstolling, wondheling, spiercontractie, nierfunctie, energie- en vetstofwisseling, zenuwprikkeloverdracht en afgifte van hormonen, neurotransmitters en enzymen.

Een goede bron van natuurlijke calcium suppletie is in de vorm van een extract van Lithothamnion calcareum. Dit lithothamnion calcareum is een mineraalrijk rood zeewier dat ten zuidwesten van Ierland wordt gewonnen. Dit zeewier is zeer rijk aan calcium (34%) en bevat daarnaast kleine hoeveelheden magnesium (3,2%) en andere essentiële mineralen en spoorelementen, zoals borium, zink, molybdeen, jodium, koper, selenium, mangaan, ijzer en zwavel.
Interacties die invloed hebben op de mineralen huishoudingVitamine D verhoogt de calciumopname; vitamine K2 bevordert de juiste distributie van calcium in het lichaam (depositie in botten en niet in zachte weefsels zoals bloedvaten). Verschillende medicijnen verhogen de calciumbehoefte, waaronder anticonvulsiva (carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne), lisdiuretica en corticosteroïden.  Alcohol verlaagt de opname en verhoogt de uitscheiding van calcium en natrium (zout) verhoogt de calciumuitscheiding in de urine. Cafeïne verhoogt eveneens de afscheiding van calcium in de urine: dus beperk het drinken van thee, koffie, cacao en cola.

Voor spieropbouw is voldoende inname van eiwitten belangrijk. Spiergroei geeft een vergroting van de trekkracht op de botten. ATP-vorming in de mitochondriën wordt gestimuleerd, waardoor de lactaatwaarde normaliseert. De aminozuren lysine (vis, avocado, peulvruchten), proline (noten, haring), glycine (kip, noten, vis) en het zwavelhoudende cysteïne (vis, noten, ei, vlees, ui, knoflook) zijn essentieel bij de bindweefselaanmaak.

Een hoge calciuminname kan de zinkbehoefte verhogen. .

Chronisch gebruik van laxeermiddelen kan de calcium en vitamine D behoefte verhogen.
Calcium in combinatie met medicatie: Gebruik geen calciumsupplement in combinatie met ceftriaxone. Verhoging van de kaliuminname met verlaging van de natriuminname vermindert de calciumuitscheiding, vooral in postmenopauzale vrouwen. Thiazide diuretica verminderen het calciumverlies met de urine; wees voorzichtig met calciumsuppletie. Neem calcium niet gelijktijdig in met sotalol, levothyroxine, bifosfonaten, tetracyclines of quinolonen; calcium kan de opname van deze medicijnen verlagen.

De  bovengrens van inname van calcium  vanaf 1-jarige leeftijd bedraagt 2500 mg per dag (Gezondheidsraad, 2000). Nederlanders die niet met calcium verrijkte voeding gebruiken, kunnen in het algemeen extra calcium innemen in de vorm van een voedingssupplement tot een maximum van 1000 tot 1600 mg per dag.

Gebruik van een calciumsupplement leidt soms tot een opgeblazen gevoel en winderigheid. De kans dat calcium in de bloedvaten wordt afgezet (aderverkalking) en niet in de botten, neemt af bij voldoende lichaamsbeweging en een goede inname van vitamine K2 en vitamine D.

Naast calcium zijn ook andere mineralen nodig voor een goede botopbouw waaronder magnesium, zink en mangaan.  Calcium  kan uitstekend worden gecombineerd met bijvoorbeeld Magnesium in een bisglycinaat verbinding. De verhouding tussen calcium en magnesium kan gemakkelijk worden aangepast aan de individuele behoefte. In veel gevallen voldoet een verhouding tussen calcium en magnesium van 2:1 of 1:1 of  in sommige situaties zelfs 1:2.

Wees voorzichtig met calciuminname bij een verminderde nierfunctie, te hoge calciumbloedspiegel,  en te hoge vitamine D-spiegel.
BisfosfonatenOsteoporose wordt vaak behandeld met bisfosfonaten. Dat zijn medicijnen die gebruikt worden om botafbraak te remmen bij ziektebeelden die gekenmerkt worden door verminderde of abnormale botgroei, zoals osteoporose, broze botten, botkanker, beenmergkanker en botmetastasen.

Bisfosfonaten zoals Fosamax  remmen de activiteit van de botafbrekende cellen en vertragen op die manier de botafbraak. Ze verstoren echter ook de aanmaak van nieuw bot. Ze worden ondertussen gelinkt aan een verhoogd risico op bepaalde botbreuken, kaakbeennecrose (afsterven van bot in het kaakbeen), een verhoogd risico op hartritmestoornissen en andere ongewenste bijwerkingen.
Collageen; belangrijkste proteïne van de botmatrixZowel bisfosfonaatmedicatie als vitamine D- en calciumsupplementen geven echter onvoldoende resultaten voor osteoporose. Collageen is het belangrijkste proteïne van de botmatrix dat verkalkt wordt. Verlies van collageen betekent dus automatisch een verlies aan botmassa.

Een supplement op basis van collageen en calcium verlaagt het verlies aan botdichtheid. Een studie (1) waaraan diverse Amerikaanse onderzoekscentra meewerkten, toonden dit aan bij veertig postmenopauzale vrouwen met osteopenie, een voorstadium van osteoporose. Dat de behandeling effectief aansloeg, bleek ook uit de daling van sclerostine en het TRAP5b-enzym.

Verschillende studies hebben ondertussen aangetoond dat collageenhydrosylaten intact in het lichaam opgenomen worden. Volgens deze studies werkt collageen ook als remmer van ontstekingen die het evenwicht tussen botopbouw en botafbraak verstoren. Daling van TRAP5b en sclerostine is een indicatie dat de activiteit van botafbrekende cellen verminderd was.

De voornoemde studie (1) duurde een jaar en was een vervolg op een eerdere pilotstudie, die drie maanden duurde. Het supplement bevatte een collageen-calciumchelaat en vitamine D3. De controlegroep nam een supplement met dezelfde dosis calcium (500 mg) en vitamine D (200 I.E.).
Langdurige verzuring is eén van de belangrijkste en meest voorkomende verstoringen van de botstofwisseling. Om de pH-waarde van de lichaamsweefsels op een constant niveau te houden zijn meerdere systemen van invloed, maar in elk geval is een dagelijkse aanvoer nodig van een ruime hoeveelheid biologische groenten en fruit.(Deze zorgen voor een daling van de PH)

Vooral de kaliumtoevoer is essentieel. Normaal gesproken zou de verhouding natrium: kalium 1:10 moeten zijn, maar deze is tegenwoordig gemiddeld 5:1. Teveel fastfood en te lage groenten- en fruitinname zijn hiervan de oorzaak.

Waarschijnlijk wordt de mineralenbalans het meest verstoord door een te lage inname van magnesium en te veel fosfor via dierlijke producten (ook koemelkproducten), frisdranken en additieven. Ook granen bevatten veel fosfor.

Arginine (noten, soja, eieren, vlees) is een voorloper van het groeihormoon. Ornithine (vlees, vis, ei) is een voorloper van arginine, glutamine en proline. Voor het voorkomen van osteoporose geldt dat 20-30% van de totale energie-intake hoort te bestaan uit volwaardige eiwitrijke producten.

Het eiwit arginine is een essentiële factor voor de botopbouw omdat het onder andere de opbouw van collageen bevordert. Collageen is een eiwit wat een elementair bestanddeel van diverse bindweefsels (zoals kraakbeen) en botten is. Bovendien ondersteunt arginine de groei van botcellen waaruit zich de werkelijke botmassa wordt gevormd.

Een gebrek aan arginine kan vooral bij oudere vrouwen de oorzaak voor osteoporose zijn. Experts raden daarom in elke osteoporose therapie ook toediening van aminozuren aan. Vooral omdat arginine remmend op bot afbrekende cellen werkt.
Vitamine K en soja spelen een  positieve rol bij botopbouw. Sojaproducten, maar ook kikkererwten, kunnen in gefermenteerde vorm een positieve rol spelen in het botstofwisseling. De isoflavonen (genisteïne, diadzeïne, formononethine, biokinine A) hebben invloed op de oestrogeenreceptor, waardoor de osteoblasten geactiveerd worden. Gefermenteerde sojaproducten en met name natto, bevatten een grote hoeveelheid K2.

Samenwerking van diverse voedingstoffenin combinatie met Vit K2 heeft dus een belangrijke functie bij de bescherming van botten en voorkomt kalkafzetting in de vaten. Verder activeert het osteocalcine de osteoblasten tot aanzet van groei van het botweefsel. Dit effect van vitamine K2 wordt versterkt met synergisten als vitamine D3, calcium en magnesium. Voor een werkzame dosis vitamine K2 moet natto drie keer per week gegeten worden.

Dit vraagt veel creativiteit van diegene die kookt omdat natto een sterke ammoniaksmaak heeft. Vitamine K2 kan met mate geproduceerd worden in een gezonde darmflora en wordt gevormd tijdens fermentatie van soja, kwark en kaas. Daarnaast bevatten ei, vlees en lever een klein beetje vitamine K2.

Natto bestaat uit sojabonen die door Bacillus subtilus zijn gefermenteerd, Natto heeft een uitgesproken bittere smaak, ruikt naar ammoniak en is kleverig van consistentie. Hierdoor is natto niet erg populair, behalve in Japan. Natto is te koop (bestellen) bij de grotere natuurvoedingswinkels. Het kan het beste onverhit gebruikt worden omdat vitamine K2 in natto niet goed bestand is tegen verhitting.

Vitamine K1  zit vooral in groene bladgroente, broccoli, algen en plantaardige olie maar wordt veel sneller afgebroken dan vitamine K2. Het heeft een halfwaardetijd van een uur. Vitamine K1 werkt vooral in de lever en is veel minder effectief voor de bothuishouding.

Literatuur en links: