omslag omslag

De voedselzandloper veroorzaakt een forse discussie

Geplaats op 15 okt 2013

Osteopaten onderschrijven het belang van gezonde voeding en een goede functie van het lichaam.

Regelmatig zijn er nieuwe stromingen binnen de dieetleer en voeding. Het is goed om dit kritisch te bekijken.
 Het boek “De Voedselzandloper” van de arts en wetenschapsjournalist Kris Verburgh is genomineerd voor de NS-publieksprijs. Het boek is echter omstreden. Is de Voedselzandloper een nieuwe hype of zou het een blijvende invloed kunnen hebben op de wetenschappelijke kijk op voeding? Levert het boek dé sleutel tot het voorkomen van ziekten en het levenselixer voor de eeuwige jeugd?

De Voedselzandloper van Kris VerburghIn een artikel in de Volkskrant maakt wetenschapsredacteur Tonie Mudde, met het goedkeurende oog van hoogleraar Frans Kok, zich druk over ‘De Voedselzandloper’, het populaire dieetboek van de Belgische arts Kris Verburgh. “Verburgh winkelt selectief in de wetenschappelijke literatuur en maakt spectaculaire claims die berusten op wetenschappelijk drijfzand”, aldus Mudde.

Op het stuk van Mudde kwam prompt een reactie van Verburgh zelf, en hij werd verdedigd door psychiater Bram Bakker. Verburgh: “Onderzoekers aan de Universiteit van Newcastle zijn er in geslaagd om in acht weken tijd type 2 diabetes volledig om te keren door patiënten een (streng) dieet te geven, dat geen brood, aardappelen, pasta of rijst bevatte, maar vooral veel groente”.

Bakker: “Door algemeenheden over voeding te debiteren help je de meesten niet. Door niet stil te staan bij wat ze zoal naar binnen proppen evenmin. Daarom is het goed dat er boeken verschijnen als ‘De voedselzandloper’. Ze dragen bij aan meer bewustzijn met betrekking tot voeding, en het wetenschappelijk gehalte neemt toe”.

Hieronder volgen diverse commentaren van diëtisten op het boek ‘De Voedselzandloper’.
Commentaar van Anneke Palsma Anneke Palsma geeft op haar blog het hieronder volgende commentaar over het boek ‘De Voedingszandloper’:

Verburgh baseert zijn advies op de voedingsgewoonte van bevolkingsgroepen die aan de kust leven, zoals in Japanners in de regio Okinawa en de mediterrane regio. Toch vindt hij dat deze voeding nog verbeterd kan worden door brood en pasta weg te laten, omdat deze een te hoge glycemische index hebben.

De snelle suikers zouden een ongeremde weefselgroei veroorzaken doordat ze de aanmaak van het hormoon IGF-1 stimuleren en dat zou weer tot welvaartsziekten en een snelle veroudering leiden.

Verburgh claimt dat een voeding volgens de principes van zijn Voedselzandloper de gezondheid bevordert en het verouderingsproces remt. Daarmee lijkt hij een recept aan te reiken voor ‘de eeuwige jeugd’. Dat men ook van deze voeding afvalt was niet de bedoeling, maar is wel mooi meegenomen, aldus de schrijver.
Zandloper als nieuw voorlichtingsmodel?Om de richtlijnen inzichtelijk te maken vervangt Verburgh de Vlaamse Actieve Voedingsdriehoek en de Nederlandse Schijf van Vijf door twee voedingsdriehoeken die in spiegelbeeld als een zandloper worden afgebeeld. In de bovenste driehoek (die op zijn kop staat) worden de ongezonde voedingsmiddelengroepen weergegeven en in de onderste (rechtopstaande) driehoek vind je de aanbevolen voedingsmiddelen. En hij schrijft een handige korte toelichting hoe de principes volgens de voedselzandloper in praktijk kunnen worden gebracht.
Voedselzandloper levert weinig energie en kan eentonig wordenUit de berekening van een dagmenu dat door de schrijver zelf wordt gebruikt blijkt dat zijn voeding te weinig energie, eiwit en koolhydraten levert minder dan 2000 kCal, 95 g eiwit (20%), 43% vet en 32% en 5% voedingsvezel levert. De afslanker zal zeker gewicht verliezen, maar deze voeding bevat ook te weinig kalk en het ijzergehalte is aan de lage kant, vooral voor vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Door alle beperkingen is het een voeding die lastig volgehouden wordt, omdat er veel creativiteit voor nodig is om afwisselende maaltijden te bedenken.
Wankele wetenschappelijke onderbouwingVerburgh zegt dat hij zich baseert op grote studies die in gerenommeerde wetenschappelijke tijdschriften zijn gepubliceerd. Het nadeel van onderzoeken bij grote groepen mensen is dat ze ons doorgaans alleen wat leren over het verband tussen twee variabelen, oftewel: als je A doet blijkt B ook vaker voor te komen of juist niet.

Zo’n onderzoeksuitkomst zegt dus niets over oorzaak en gevolg, maar Verburgh presenteert deze conclusies wél als oorzaak en gevolg. Ook houdt hij bij de interpretatie geen rekening met de verschillen tussen de onderzoeksgroep en het algemene publiek die tot een andere onderzoeksuitkomst kunnen leiden.

Daarnaast vertaalt hij resultaten van dieronderzoek rechtstreeks naar voedingsadviezen voor mensen. Omdat de stofwisseling van dieren, zoals ratten en wormen, verschilt met die van mensen is er altijd onderzoek bij mensen nodig voordat er een conclusie kan worden getrokken en een aanbeveling kan worden gegeven. Kortom er is sprake van een wankele wetenschappelijke onderbouwing.
Zandloper veroorzaakt tot zandstormVrij vlot nadat het boek uitkwam namen de Vlaamse huisartsen er al afstand van. Ook het Voedingscentrum nam stelling tegen dit boek en op 28 september schreef voedingswetenschapper Frans Kok over het ontbreken van de wetenschappelijke onderbouwing voor het weglaten van brood en pasta.

Psychiater Bram Bakker vindt echter dat de discussie over de Voedselzandloper bijdraagt aan de bewustwording van mensen over hun voeding. Door de tegenstrijdige meningen van Verburgh en de voedingswetenschap leidt deze discussie eerder tot verwarring van de consument.
Babylonisch debatIn het discussieprogramma van Pauw en Witteman stelt Verburgh dat in de ons omringende landen zoals Oostenrijk al veel minder brood en aardappelen wordt geadviseerd dan Nederland doet. In Die Östereichische Ernährungspiramide valt echter te lezen dat er dagelijks 4 porties koolhydraatrijke voedingsmiddelen zoals brood en aardappelen worden aanbevolen, hetgeen vrijwel gelijk is aan de adviezen van het Voedingscentrum.

Vivian Reijs, presentatrice van een gezondheidsprogramma, volgt het zandloperdieet en vertelt dat zij minder gluten eet, doordat ze tarwebrood heeft vervangen door speltbrood. Helaas slaat zij hiermee de plank mis, want spelt bevat ook gluten.

Ook in de directe discussie lijkt de Voedselzandloper eerder gebaseerd op drijfzand dan wetenschappelijke evidence. Het is jammer dat er geen echte voedingswetenschapper aan tafel zat om de argumenten te weerleggen.
Commentaar NDNInderdaad goochelt Verburgh met statistieken, maar dat gebeurt ook in regulier voedingsleerland. Voedingsadviezen zijn nu eenmaal het moeizame resultaat van interpretaties van diverse experimentele studies.

Eieren, vette vis en noten stonden 25 jaar geleden door de ‘harde  wetenschappelijke bewijzen’ op het verboden dieetlijstje bij hart- en vaatziekten. Dat is om in de termen van Mudde te blijven inmiddels ‘wetenschappelijke lariekoek’ gebleken. Er zijn ons jarenlang de meest spectaculaire boters aangesmeerd omdat ze het cholesterol zouden verlagen.
GedachtesprongenDe gedachtesprongen van Verburgh zijn lang niet altijd te volgen en hij spreekt zichzelf soms tegen. Hij zegt dat suikers en koolhydraten zeer ongezond zijn, om vervolgens helemaal lyrisch te worden van havermoutpap. Zijn enthousiasme voor het Paleodieet zijn niet te rijmen met zijn voorkeur voor havermoutpap en soja.

Zijn advies om dagelijks kurkuma te eten is mager onderbouwd. Veel van de aangehaalde onderzoeken zijn op basis van proefdieren. Daarnaast is er een groter risico in het oplopen van voedselintolerantie (in dit geval van biogene aminen) door dagelijks gebruik van specerijen. Er is tegenwoordig een toename aan intolerantie voor histaminerijke voeding (waaronder kurkuma).

Het advies van Verburgh om brood, aardappelen, pasta en rijst zo veel mogelijk te vermijden, zou in strijd zijn met de Diabetes Fonds voedingsrichtlijn. Zij schrijven per dag 7 sneetjes brood, 4 opscheplepels aardappelen of volkorenpasta voor. De wetenschappelijke argumenten tegen koolhydraten blijven zich echter opstapelen. De voorgeschreven ‘opscheplepel’ en ‘sneetje’ zijn erg vage maataanduidingen  en voor deze claims is evenmin een solide wetenschappelijke onderbouwing.
VoedingsindustrieVerburgh suggereert dat deze adviezen eerder uit de koker van de voedingsindustrie komt, wat heel goed zou kunnen omdat dit vaker gebeurt. Neem het voorbeeld van een bekende boter tegen een verhoogd cholesterol die vergoed wordt door de verzekering.

Verburgh is een pleitbezorger van vette vis, verse noten, avocado, lijnzaad en olijfolie en juist een tegenstander van margarine en omega-6-rijke zonnebloemolie. Al met al denkt de NDN dat het voedingspatroon volgens de zandloper niet slecht is. Het mooie aan het boek is de frisse kijk op voeding en het feit dat Verburgh een nieuw voorlichtingsmodel en een geheel eigen manier van eten heeft ontwikkeld.
Schijf van vijf is achterhaaldVerburgh geeft aan dat verschillende topuniversiteiten zoals Harvard, ziekenhuizen zoals de Mayo-klinieken en landen zoals Oostenrijk, nu geheel andere voedingsmodellen opstellen dan de Schijf van vijf of de klassieke voedingsdriehoek. De NDN is het met Verburgh eens: het opstellen van andere voedingsmodellen is hard nodig; de ‘Schijf van vijf’ is achterhaald. Ze passen niet meer bij de huidige ziekten.

De orthomoleculair werkende natuurdiëtisten  geven algemene voedingsvoorlichting met een eigentijds ontwikkelde ‘Voedingspyramide’. Aan de hand van het klachtenbeeld van de patiënt wordt het dieetadvies op maat  ontworpen.

Verburgh’s enthousiasme voor Paleo kunnen we niet rijmen met zijn liefde voor havermoutpap en soja. Hij legt veel nadruk op het gebruik van sojamelk en -yoghurt, terwijl dit een heel bewerkt product is en zeker niet in de oertijd werd gegeten. Helaas is de ervaring van natuurdiëtisten in de praktijk dat steeds meer mensen niet goed tegen soja kunnen, zeker niet in die mate waarin Verburgh dit aanbeveelt.
Goed en niet goedWat de NDN wel goed vindt, is Verburgh’s aandacht voor natuurlijk eten, zijn aanbeveling  weinig tot geen suikers te gebruiken, het ontkrachten van de vetmythe en dat melk niet goed is voor elk. Alhoewel hij wel overdrijft met het feit dat melk voor niemand goed is. Het boek is geschikt voor mensen met een zogenaamd Metabool Syndroom,  waar inmiddels velen in Nederland last van hebben. Goed toepasbaar is zijn boek ook bij granenintolerantie en melkovergevoeligheid, wat ook  regelmatiger voorkomt.

Wat de NDN minder goed vindt aan het boek is de wankele wetenschappelijke basis (zie commentaar Palsma). Verburgh gaat jammer genoeg weer uit van een juiste voeding(sweg) voor iedereen, terwijl voeding steeds meer een individueel traject blijkt te zijn en dus voor iedereen anders is. Eten wordt elke keer weer vanuit het hoofd (zogenaamde wetenschap) benaderd.

Het wordt tijd dat men ook rekening houdt met iemands constitutie (aanleg) en dat mensen een goed voedingspatroon en goede kooktechnieken wordt aangeleerd. Voedingsleer in de breedste zin van het woord; ook de juiste voeding zelf leren registreren en met steun van een deskundige net zolang bijstellen (ook met behulp van bloed-, urine- en speekseltesten) tot het dieet precies op maat is.
Praktische uitvoeringVerder is Verburgh  inconsequent in de praktische uitvoering. Bijvoorbeeld; geen granen maar wel havermout. Waarom dan ook geen onbewerkte hele glutenvrije granenkorrels zoals quinoa,  gierst, of  amaranth? Zuivel wordt afgeraden maar er wordt in recepten wel kaas gebruikt. Hij schetst het belang van niet te veel snelle suikers, maar heeft het wel over vruchtensap en agavesiroop.

Grote porties vlees en vis (200-250 gram per portie) die worden genoemd zijn  niet geschikt voor mensen met een zwakke eiwitvertering (ook de verteringscapaciteit neemt steeds vaker af ). Het royale gebruik van pure chocolade heeft ook niet onze voorkeur, omdat het er naast goede stoffen ook stoffen in chocola zitten, waar sommige mensen heftig op kunnen reageren (denk bijvoorbeeld aan biogene aminen intolerantie).

Wij eindigen met de wijze woorden van psychiater Bram bakker: “Bij veel artsen, en zeker bij psychiaters, bestaat weinig interesse in, en kennis over, voeding. Meestal wordt er niet eens naar gevraagd. Onderzoek naar voeding is noodzakelijk en veel mensen zouden er goed aan doen om eens droge feiten over voeding tot zich te nemen alvorens een van de vele eigenaardige diëten te volgen die er in omloop zijn”.

Het zandloperdebat leert opnieuw dat er behoefte is aan betrouwbare informatie over het verband tussen voeding, ziekte en veroudering.