omslag omslag

Cholesterol, nieuwe feiten.

Geplaats op 31 aug 2012

Al vanaf 1956 wordt beweerd dat met vetarme voeding en statines de ‘slechte” cholesterol verlaagd kan worden. Hiermee kan het gehalte aan ‘slecht’ LDL-cholesterol, dat aderen zou verstoppen, verminderd worden. Het begint er echter op te lijken dat consumenten en gezondheidswerkers al vijftig jaar op het verkeerde been zijn gezet met deze kruistocht tegen vet.

 Een nieuw onderzoek weerlegt de mythe dat een vetrijk voedingspatroon tot hartziekte leidt. In dit onderzoek werden 3630 mannen en vrouwen van middelbare leeftijd opgesplitst in twee groepen. Een groep van 1815 personen die een hartaanval hadden gekregen en eenzelfde aantal gezonde personen in de controlegroep.

De Brown University onderzoekers in Providence (VS) ontdekten dat beide groepen een eetpatroon hadden met dezelfde hoeveelheid vol vette zuivelproducten. Uit de tien jaar durende studie bleek dat sommige proefpersonen in de gezonde groep geen hartaanval kregen, terwijl ze veel vette zuivelproducten gebruikten.

De conclusie van de onderzoekers was dat ‘bewijs voor de relatie tussen veel vet in de voeding en hartproblemen ontbreekt’. Al sinds de jaren zestig verschijnen dit soort onderzoeksresultaten in medische tijdschriften. Ze worden echter afgedaan als afwijkend of gewoonweg onjuist, omdat ze niet passen binnen de bestaande theorie.
Deense onderzoeker dr. Uffe RavnskovEen kleine groep onderzoekers en artsen zoals The International Network of Cholesterol Sceptics (THINGS) onder leiding van de Deense onderzoeker dr. Uffe Ravnskov, beweren al jaren dat cholesterol van vitaal belang is voor belangrijke weefsels in het lichaam (waaronder het hart). Ravnskov beschrijft dit in zijn boek ‘The Cholesterol Myths’, dat door velen uit de medische wereld werd weggehoond.

In het boek zegt hij dat vette voeding het cholesterolgehalte niet verhoogt. Daarnaast beweert hij ook nog dat het bewijs ontbreekt dat cholesterol het risico van CHD (Coronary Heart Disease) en een hartaanval verhoogt. Ravnskov haalt ongeveer vijftien studies aan, die duidelijk laten zien dat cholesterol geen enkele rol speelt bij het ontstaan van ziekte van de kransslagaderen van het hart.
Framingham onderzoekDiezelfde bevinding laat het Framingham onderzoek zien, dat sinds 1948 de hartconditie van de bevolking van een stadje in Massachusetts volgt. Zij concludeerde dat een hoog cholesterolniveau geen voorspeller van een fatale hartaanval was. Het tegenovergestelde bleek het geval. Mensen met een laag cholesterolgehalte hadden juist meer kans om aan een hartziekte te overlijden. In een onderzoek van 997 personen van zeventig jaar en ouder kon ook geen relatie worden vastgesteld. Een hoog cholesterolgehalte vertoonde geen samenhang met enig verhoogd risico op overlijden aan CHD, hartaanval, of welke oorzaak dan ook, aldus de onderzoekers.
Dotteren gebeurd steeds vakerStatistieken laten het volgende zien: coronaire hartziekte is doodsoorzaak nummer een in het Westen en een op de drie sterfgevallen is hieraan toe te schrijven. Arteriosclerose (dichtslibben van de aderen) is de belangrijkste oorzaak en deze neemt nog steeds toe. Dotteren gebeurt nu zelfs vaker dan ooit. In Groot-Brittannië elke drie jaar ongeveer tachtigduizend keer. Dat is drie maal zo veel als tien jaar geleden. Als vet voedsel niet de oorzaak blijkt te zijn, wat dan wel? In de geneeskunde is er een geaccepteerde opvatting dat ontsteking een oorzaak zou kunnen zijn.
C-reactief proteïneIn een onderzoek werden 506 mannen die een hartaanval hadden gehad vergeleken met 1025 gezonde controlepersonen. Daaruit bleek dat ontsteking een belangrijke aanwijzing voor CHD was. Degenen met het hoogste gehalte C-reactief proteïne ( een bekende ontstekingsmarker in bloed) hadden twee maal meer kans op CHD.

Ontsteking is echter geen oorzaak maar een symptoom. Een ontsteking is de reactie van het lichaam op stress en infectie. Dat kan slechte of bewerkte voeding zijn of fastfood, of blootstelling aan chemicaliën in de leefomgeving, spanning, depressie, angst, een gevoel van isolement of machteloosheid, onder druk moeten werken, etc.
Een nieuwe stroming tussen alle cholesterol hypotheses, geeft aan dat cholesterol zelfs een positieve rol speelt bij de gezondheid. Het zou een ontstekingsmarker kunnen zijn, maar het zou ook kunnen dat het infecties bestrijdt en schade aan bloedvaten probeert te repareren. In dat laatste geval is het vergelijkbaar met de boodschapper die wordt beschuldigd omdat hij toevallig op de plaats van de misdaad aanwezig is.

Een andere hypothese is dan dat LDL-cholesterol in aderen aanwezig is, om een infectie te signaleren of schade te repareren, die ontstaan is door infectie of stress. Schade die niet is ontstaan omdat er te veel vet voedsel wordt gegeten. Het belang van LDL-cholesterol is aangetoond in diverse studies.

Een voorbeeld betreft een meta-analyse van negentien onderzoeken (deze omvatte in totaal 68.406 sterfgevallen) uit de Verenigde Staten, Europa, Israël en Japan. Deze meta-analyse toonde aan, dat de meesten mensen die aan ademhalings-, maag- en darmziekten als gevolg van infectie overleden, een heel laag cholesterolgehalte hadden.
Zijn de zogenaamd ‘gezonde’ cholesterolgehaltes aan mode onderhevig? De gemiddelde totale waarde in Groot-Brittannië is 6,1 mmol/l (millimol per liter bloed). De huidige opvatting is dat een ‘gezonde’ totale waarde 5 mmol/l is. Van die hoeveelheid neemt het HDL ofwel ‘goede’ cholesterol 1,3 mmol voor zijn rekening. Veel artsen zijn van mening, dat alles boven de 2 mmol de voorkeur verdient. Het ‘slechte’ LDL is doorgaans 3,5 mmol/l. Alles boven de 4 mmol leidt vaak al tot een receptje voor een statine.
Ongeveer twintig jaar geleden werd een totaal cholesterol van 7 mmol/l als gezond beschouwd. Tien jaar geleden zakte dat naar 6,5 mmol/l en tegenwoordig wordt dit gehalte steeds naar beneden bijgesteld. Sommige deskundigen pleiten zelfs voor een nieuwe ‘gezonde’ grenswaarde voor cholesterol van slechts 2,5 mm/l.
Onderlinge discussieOnderzoekers aan de gerenommeerde Harvard Medical School willen de LDL-norm in de VS gehalveerd zien. ‘Misschien wordt er ooit een brede consensus bereikt om LDL-cholesterol met statines drastisch omlaag te brengen’, aldus de Havard Medical School. Hun collega’s aan de universiteit van Michigan zijn een andere mening toegedaan. Naar hun mening is de huidige lage streefwaarden volkomen arbitrair en niet wetenschappelijk onderbouwd.
Commentaar NDNCholesterol wordt door het lichaam gebruikt voor de opbouw en in stand houden van celmembranen. Maar ook voor het omzetten van zonlicht naar vitamine D en productie van gal. Daarnaast speelt cholesterol een belangrijke rol bij het metabolisme van de vetoplosbare vitamines als A, D, E en K.

Cholesterol is de bouwstof van alle steroïde hormonen zoals cortisol, oestrogenen, progesteron, aldosteron, pregnenolon, testosteron en DHEA. Door een te laag cholesterolgehalte kunnen ze minder goed worden aangemaakt. Bij een tekort aan cortisol kan het lichaam niet adequaat reageren op langdurige stressoren. Cortisol is ook het hormoon met een verhogende werking op de bloedsuiker en op de bloeddruk.
Cortisol heeft cholesterol nodig. Cortisol is ook nodig bij de aanmaak van schildklierhormonen. Verder spelen progesteron, DHEA, cortisol, pregnenolon en oestrogenen een belangrijke rol in de hersenen waar ze hun invloed uitoefenen op neurotransmitters als serotonine, dopamine en (nor)adrenaline. De hersenen bestaan voor 25% uit cholesterol. Een laag cortisol gehalte kan tot slaapstoornissen leiden, in het bijzonder doorslaapproblemen. Het Cortisol niveau is tussen 3 en 6 uur ’s nachts het hoogst. Bij een tekort aan cortisol opbouw als gevolg van lage cholesterolwaarden, ontstaat een onrustig slaap door een lage bloedsuiker.
Door de obsessie in de westerse geneeskundige wereld voor een te hoog cholesterolgehalte in verband met hart- en vaatziekten is het moeilijk vast te stellen waar een laag cholesterol begint.  Waarden beneden 4,2 m.mol wordt in de complementaire geneeskunde beschouwd als te laag.
Oorzaken van een te laag cholesterol gehalte zijn: leverziekten, malabsorptie van nutriënten, te weinig vetgebruik, te snel werkende schildklier (hyperthyreoidie), te weinig inname van producten met cholesterol. Dit wordt vaak gezien bij: vegetariërs, veganisten, mensen die specifieke diëten volgen, ouderen en mensen die vanuit een bepaalde levenswijze weinig cholesterol (dierlijke producten) binnen krijgen. Klachten ontstaan vaak bij of na langdurige stressfactoren.

Overigens is de cholesterolwaarde niet alleen onderhevig aan de medische mode. De waarde varieert zelfs per seizoen en in de loop van de dag. Cholesterol is hoger in de wintermaanden en zakt in de zomer. De waarde stijgt bij een infectie, een hormonale onbalans (zoals een schildklierafwijking), bij stress en tijdens en na een hartaanval.
Bij hart- en vaatziekten komt vaak de aandacht te liggen bij de vitaminen B groep. Maar er zijn meer nutriënten die hierbij belangrijk zijn, zoals het mineraal zink en chroom. Enorm veel processen in het lichaam hangen van zink af. Ook in de preventie van aderverkalking speelt het dus een centrale rol.

Bij oudere mensen kwam dit na onderzoek erg duidelijk naar voren. Nadat ze een half jaar lang 45 mg zink per dag gebruikten, zagen artsen dat heel wat slechte markers in het bloed naar omlaag gingen. Het gehalte van liefst zeven stoffen daalden in het bloed, die met vaatwandschade en oxidatieve schade gerelateerd zijn.

Zinktekort komt vaak bij bejaarde mensen voor. Meer dan een kwart van de bejaarden hebben zinkgehaltes in het bloed die op een tekort wijzen. Ook andere bevolkingsgroepen nemen soms te weinig zink in, onder andere wegens slechte voedingsgewoonten.